Ziekte van Bechterew

Algemeen

De ziekte van Bechterew is een vorm van artritis die zich vooral manifesteert ter hoogte van de ruggengraat. De meer wetenschappelijke naam is spondylitis ankylosans of spondylitis ankylopoëtica. De aandoening komt voor bij ongeveer 1 op 100 tot 200 personen. Mannen lijden gewoonlijk ernstiger onder de aandoening dan vrouwen. De ontstekingsverschijnselen steken meestal reeds op jong volwassen leeftijd de kop op.

Verschijnselen

Bechterew-artritis veroorzaakt pijn in rust (nachtelijke pijn) en uitgesproken ochtendstramheid, in eerste instantie ter hoogte van de ruggengraat (de lage rug, de zone tussen de schouderbladen of de nek). De arts kan vaststellen dat de beweeglijkheid van de rug verminderd is. Radiologie van de rug toont kenmerkende veranderingen: veranderingen op niveau van de heiligbeen-bekken gewrichten (sacroiliitis) of veranderingen van de wervels zelf, waarbij deze kunnen neigen om met elkaar te vergroeien. In een vroeg klachtenstadium kunnen de radiologische veranderingen nog zeer beperkt zijn (en zelfs moeilijk aantoonbaar).
Naast de aantasting van de wervelkolom kunnen nog andere symptomen optreden: een ontsteking van één of enkele gewrichten (artritis vaak ter hoogte van de onderste ledematen), een peesontsteking (tendinitis; voornamelijk rond de hiel), een oogontsteking (uveïtis) of darmontsteking (ileitis). Meestal is er een erfelijke voorbeschikking. Deze genetische factor staat bekend als HLA-B27.

Sommige andere vormen van artritis zijn nauw verwant met de ziekte van Bechterew. Ze behoren tot de groep van de spondylartropathieën (of spondylartritis). Het gaat ondermeer om bepaalde vormen van kinderreuma, artritis bij personen met psoriasis of artritis geassocieerd met chronische darmontsteking (ziekte van Crohn, colitis ulcerosa). Ook reactieve artritis, die kan volgen op een darminfectie of een infectie van de urinewegen, behoort tot deze groep.

Behandeling

De meeste mensen met Bechterew-artritis en variante vormen van spondylartropathie kunnen adequaat worden geholpen. Hiertoe gebruiken ze in de regel krachtige aspirine-achtige (niet-steroïdale) ontstekingsremmers, zoals piroxicam, meloxicam of andere. Essentieel is bovendien een goede kinesitherapeutische of fysiotherapeutische begeleiding, vooral om de neiging tot verstijving van de ruggengraat tegen te werken. Wanneer meerdere klassieke ontstekingsremmers onvoldoende impact hebben op de symptomen van pijn en stramheid, en indien de onderliggende ontsteking duidelijk actief is, kan anti-TNF therapie worden opgestart – meestal met een zeer goed resultaat.
In geval van artritis van perifere gewrichten (zoals heupen of knieën), kan behandeling met sulfasalazine nuttig zijn.