Jicht

Algemeen

Jicht houdt verband met een teveel aan urinezuur: een deel daarvan maakt het lichaam zelf aan, een ander deel komt via de voeding naar binnen. Urinezuur kan neerslaan onder vorm van kristallen. Indien dit gebeurt ter hoogte van het gewricht, ontstaat een acute jichtaanval. Jicht komt voor bij ongeveer vijf personen op duizend, duidelijk meer bij mannen dan bij vrouwen. Bij mannen kan de ziekte al optreden vanaf jong volwassen leeftijd; bij vrouwen daarentegen bijna nooit voor de leeftijd van de menopauze. Een aanverwante vorm van jicht is de zogenaamde pseudo-jicht (chondrocalcinose). Deze vorm van artritis is het gevolg van de neerslag van kalkhoudende kristallen. De artritis treft meestal grote gewrichten zoals de knieën of de polsen.

Verschijnselen

Een eerste aanval van jicht doet zich meestal voor ter hoogte van één gewricht, typisch het basisgewrichtje van de grote teen. Zulk een aanval kan erg pijnlijk zijn. In de loop van de tijd kan het aantal betrokken gewrichten toenemen, of kan het evolueren naar een chronische vorm van gewrichtsontsteking.

Behandeling

Tegenwoordig is jicht een goed behandelbare aandoening. Daarvoor worden vooral medicijnen gebruikt die de aanmaak van urinezuur remmen (allopurinol). Dieetbeperkingen, die vroeger de enige behandelingsoptie waren voor mensen met jicht, zijn vandaag wat minder streng.

Bij een acute aanval van jicht worden aspirine-achtige (niet-steroïdale) ontstekingsremmers gegeven, soms samen met colchicine.