Artritis of ontstekingsreuma kan op elke leeftijd voorkomen, zelfs op kinderleeftijd. De kiem van het probleem ligt hier in de gewrichtsmembraan, het vlies dat de binnenzijde van de gewrichtsholte bekleedt en dat uitwendig verstevigd wordt door gewrichtsbanden. Als gevolg van de ontsteking scheidt deze gewrichtsmembraan vocht af dat terecht komt in de gewrichtsholte. Vergelijk het met een ontstoken neusslijmvlies in geval van verkoudheid. Het neusvocht vloeit af naar buiten; het gewrichtsvocht hoopt echter op in het gewricht, waardoor het gewricht opzwelt. Een ontstoken gewricht zwelt op, veroorzaakt pijn (vaak nachtelijke pijn) en stramheid (langdurige ochtendstramheid). In geval van hevige ontsteking voelt het gewricht bovendien warm aan en verkleurt het rood. Soms kunnen algemene verschijnselen zoals koorts optreden. Artritis kan zich voordoen ter hoogte van één of meerdere gewrichten. Ook de ruggengraat kan betrokken zijn – of soms de hoofdrolspeler zijn – in een artritisverhaal. Twee tot drie personen op honderd leven met een of andere vorm van artritis zoals jicht, reumatoïde artritis, psoriasisartritis of ziekte van Bechterew. De behandeling van artritis is hoofdzakelijk medicamenteus. Het begin van de 21ste eeuw heeft een opmerkelijke evolutie teweeggebracht voor wat de behandeling van chronische artritis betreft.
Artrose of slijtagereuma komt vooral op oudere leeftijd voor. Eén op drie oudere volwassenen ondervindt geregeld gewrichtsklachten die toe te schrijven zijn aan artrose. De frequentie en ernst neemt toe met de leeftijd. Hoofdrolspeler is hier het gewrichtskraakbeen (of het verlies aan kraakbeen) en de vervorming van het onderliggende bot. Een artrosegewricht veroorzaakt pijn die toeneemt bij toenemende belasting. Een persoon met artrose ter hoogte van een heup of een knie ondervindt pijn bij het stappen; deze pijn vermindert en verdwijnt opnieuw door te rusten. Na enige tijd zitten is het in gang komen moeizaam; deze stramheid is kortdurend (startstramheid). Het ontstaan van artrose is afhankelijk van heel wat factoren: erfelijke factoren die de kwaliteit en de herstelcapaciteit van kraakbeen bepalen, kwetsuren van het kraakbeen die op jonge leeftijd kunnen ontstaan en soms leiden tot vroegtijdige artroseverschijnselen, overbelasting zoals overgewicht, onvoldoende gewrichtssteun vanuit de omgevende spieren. De behandeling van artrose is erop gericht het gewricht zoveel als mogelijk te ondersteunen (bvb spierversterkende oefeningen) en onnodige overbelasting te vermijden (bvb overgewicht bestrijden). Symptomatische pijnbestrijding komt op de tweede plaats. Zo nodig kan heelkunde overwogen worden.